woensdag 26 juni 2013

in het vuur van de hoop



We hebben behoefte aan symbolen en verhalen omdat de ziel nu eenmaal niet te zien is. (Aboutaleb tijdens de herdenking van het bombardement 14 mei)

Ik word wakker op een brandend boorplatform met grote letters RDM Campus er op. We drijven midden op de rivier, bijna even ver verwijderd van Heijplaat als van het Vaste Land. Vanuit de vier hoeken laait het vuur op terwijl in het midden vier mensen zitten te klaverjassen. “Pas. Gepast. Ik speel”, zegt Bert, terwijl zijn maat aan de overkant hem vertwijfeld aankijkt maar Bert negeert het sein. Ik ren op het platform heen en weer en schreeuw dat we moeten blussen en dat we naar de kant moeten. Maakt niet uit naar welke. Ik ben uitgeblust, roept iemand mij moedeloos toe. Bezweet word ik wakker.

Als je oude verhaal niet meer werkt en het concept dreigt ten onder te gaan, is het voor iedereen duidelijk dat het anders moet. Maar wanneer komt dat moment? Wanneer is er dat besef dat de boel werkelijk vastloopt? En wat was dat oude verhaal ook al weer? Mark Smit, nu adviseur van Onderwijs en Kwaliteit, herinnert zich nog de belofte van het RDM. “Een vrijplaats met veel ruimte, een eiland waar je met gelijkgestemden zou kunnen experimenteren, nieuwe dingen zou mogen doen en daar vervolgens vee lawaai over maken. Jammer genoeg is het toch weer een HR dingetje geworden met oud regime.

Vorige week had ik een goed gesprek over het rendement van onderwijs met Lex Sanou, procesbegeleider van het Platform Beroepsonderwijs.  In een pittig artikel, Innovatie: hype, hope en teleurstelling, schrijft Lex in samenwerking met Yvonne Moerman dat onderwijsinstellingen niet bedrijfsmatig kijken naar onderwijsinnovatie en noemt dit als één van de oorzaken van het onderpresteren. ‘…projecten zijn onvoldoende verankerd in het strategische beleid en vooraf wordt te weinig nagedacht over de mogelijke impact van het project. De uitvoering va de projecten doorkruist de bestaande structuur en systemen; het personeel is onvoldoende toegerust en wordt onvoldoende gefaciliteerd voor hun rol  en taak in innovatieprojecten, evenals de ontvangers- de leerlingen- van de innovatie; de cultuur van organisatie is nauwelijks gericht op innoveren en het managen van innovatieprojecten vindt vaak plaats vanuit traditionele opvattingen, waar nieuwe aanpakken gewenst zijn.’
Een catastrofaal leerproces noemt Arnold Cornelis, onze cultuurfilosoof,  dit. Niet kijken naar oplossingen die werken in een nieuwe situatie maar teruggrijpen naar oplossingen die ooit werkten. In de hoop dat….

De eerste reflex als de boel vastloopt, is om de inspanningen te vergroten. Meer interventies, meer van hetzelfde. Hetzelfde beter doen. De tweede reactie lijkt interessanter: loslaten en een andere weg inslaan. Gaan doen wat je nog niet kan. Maar dat doen we al een tijdje. Bovendien kun je pas loslaten als je ergens grip op hebt gehad. De derde reactie biedt volgens Lex en mij nog meer soelaas: de boel even stilzetten en met alle stakeholders, door alle lagen heen, op alle niveaus reflecteren op je oorspronkelijke Bedoeling: het zijn van een Plaats van Kansen waarin met Passie gewerkt wordt aan nieuwe modellen voor het onderwijs. Een R&D Platform zijn voor vernieuwing in het denken en handelen over leren en ontwikkelen. RDM staat voor mij voor Ruimte voor Durvende Mensen. Al die andere termen als Center of Expertise enz zijn mooi maar voor mij gaat het primair om de ruimte om te ontwerpen, ontdekken en ondernemen. En die ruimte laat zich niet organiseren. Die ontstaat door initiatief en collectief. Met zijn allen een veld aanmaken waarin de magie van het leren kan beginnen. En dat lukt niet in je eentje.

Twee projecten die voor mij laten zien waar RDM voor staat zijn het ESCBO project van ATE en Concept House van Bouwkunde. Twee prachtige projecten waarin op alle niveaus wordt geleerd. Docenten, studenten en opdrachtgevers. In deze projecten zijn grenzen opgezocht en opgerekt. Is nieuwe kennis gemaakt. En dat woord gebruiken we gemakkelijk maar we vergeten vaak dat leren vooraf gaat aan kennis. En leren gebeurt alleen maar op de grens. En de ingang tot leren is: Ik weet het niet. Net als tot de liefde overigens maar dat terzijde. Hoewel? Er zijn overeenkomsten. Ook in de liefde ken je momenten waarop je het even niet meer weet, waarop je op een kruispunt staat en ernstig twijfelt. Wil ik dit nog wel? Na 33 jaar huwelijk weet ik dat het dan goed is om er bij te blijven. In het vuur van de wanhoop zitten en voelen en  verdragen wat daar uit tevoorschijn komt. Maar dat betekent wel dat je de tijd even stil zet, even in de vertraging gaat, elkaar aankijkt en deelt. Om van daaruit opnieuw ja te zeggen tegen elkaar. Waarom houd ik ook al weer van je? Soms is het goed om opnieuw naar dat heartfelt commitment te gaan.

Liefde en leren. Leren van liefde. Liefde voor leren. Laten we nog even teruggaan naar Concept House en ESCBO. IK hoop dat Arjan Karssenberg en Roeland Hogt hier iets over kunnen zeggen. Over de relatie van liefde, leren en hun project. En als zij er niet zijn of liever niet willen dan wil ik dat graag doen. En hen en al die mensen die daarin hebben meegewerkt eren. Voor mij zijn het helden. En ieder heldenverhaal begint met iemand die op weg gaat en nog geen weet heeft waar naar toe. Onderweg komt hij of zij twijfels tegen, ontdekt zijn missie, wordt ernstig uitgedaagd, ontwikkelt talenten om die uitdagingen aan te gaan, wordt verleid om maar niet aan te komen op de bestemming, om vervolgens door een nauwe poort toch thuis te komen. Gelouterd. Een ander mens en daarmee is ook de gemeenschap veranderd. Verrijkt.

ESCBO en CH zijn de nieuwe verhalen van het onderwijs. En het onderwijs heeft deze nieuwe verhalen nodig. RDM heeft deze verhalen nodig. Verhalen van vlees en bloed. Van zweet en tranen. Want dat gebeurt, dat neem je waar in ruimtes waar geleerd wordt.

Je zou ruimte voor leren kunnen opvatten als een blaasbalg. In de smederij van mijn pake hing zo’n grote. Uitdijen en krimpen.  De opeenvolging daarvan doet het vuur ontvlammen voor een doorlopend leerproces. Een krimpende leerruimte duidt op eenzijdigheid, tunnelvisie en een overheersing van een dominante denklijn. Een almaar uitdijende leerruimte lijkt op een zeepbel en vergroot opportunistisch gedrag en…..Pats, spat uit elkaar. Wel grappig dat er STAP ontstaat als je PATS omdraait. Tijd voor een volgende stap. Tijd voor een goed gesprek over commitment en gedeelde doelen. Over waar we staan met zijn allen. Wat hebben we bereikt? Welke successen zijn behaald en hoe borgen we die? Wat is de volgende stap? Weer richt mijn focus zich op het woordje STAP. Als je het door elkaar husselt, staat er PAST. In het Engels verleden. En de toekomst van het onderwijs zit niet in het verleden. Die maken we nu. Hier.

Ik speel”, zegt Bert.” Ik pas.” Ik ga mee. En ik twijfel of we wel genoeg troeven in handen hebben. Maar dat is het spel. En daar horen nu een keer risico’s bij. Overigens houd ik het meest van spelletjes met de minste spelregels maar dat is weer een heel ander verhaal.