vrijdag 18 september 2015

Johnny Walker



Wanneer Natuurmonumenten in 1997 eigenaar wordt van Tiengemeten verschijnen al snel de eerste Schotse Hooglanders in de buitendijkse gebieden. Binnendijks ploegen de boeren rustig voort. Na verloop van tijd ontdekt een stier, door de eilanders Johnny Walker genoemd, de landbouwproducten aan de andere kant van het prikkeldraad. Met één hoorn tilt Johnny het prikkeldraad op waardoor de krammen tot drie palen ver losspringen. Hij kruipt door het gat en wandelt het walhalla van voedsel binnen. Johnny is met de fles grootgebracht omdat zijn moeder kort na zijn geboorte is overleden. Daarom is hij niet bang voor mensen. Aanvankelijk laat Johnny zich makkelijk door het gat terugdrijven en worden de krammen vernieuwd. De volgende morgen liggen alle krammen er weer uit. Na twee weken wil Johnny niet meer terug naar de buitendijkse gebieden en valt zijn belagers aan. Hiermee tekent hij zijn doodvonnis.’( Uit: Over het Vuile Gat naar Tiengemeten van Ton van der Graaf)

Ik kijk zojuist naar het journaal en zie de beelden van vluchtelingen voor wie grenzen worden afgesloten. Ik zie even later verhitte discussies, geen dialoog, in de Tweede Kamer met Geert Wilders in de hoofdrol. Stellingen worden betrokken en de nuance verdwijnt waar de mening verschijnt. En ik vraag mij af welke grenzen er zijn aan de openheid en welke openheid gewenst is aan de grenzen. 

Dijken. Grenzen. We zijn er goed in. Vechten tegen het wassende water en voor het behoud van onze autonomie. En ieder jaar klinkt de aarde onder onze voeten in met een centimeter. In honderd jaar een meter. Nous, aprés le deluge. De zondvloed is voor onze kinderen en onze kleinkinderen. En we hebben de keuze of het verhogen van onze dijken en vechten tegen het water of leren omgaan met het water in de wetenschap dat er eens een overstroming zal zijn.

Op dit moment wordt de illusie gewekt dat Europa overstroomt. Volloopt met vluchtelingen. Zandzakken voor de deur, dijk- en gewetensverzwaring. Mensen met diarrhee, of is het toch gewoon een oefening met een getrainde acteur?, en een diarrhee van woorden van emotioneel incontinente politieke leiders, of zijn het maar gewoon acteurs?, worden van het toilet geplukt en het land is in rep en roer. Zijn we nou helemaal van de pot gerukt?

'De aarde ontvouwt zich als een immens tapijt, zonder grenzen, zonder begin of einde', jubelde de fotograaf Nadar nadat hij in 1858 aan boord van een luchtballon was opgestegen. Wie zich maar ver genoeg verwijdert, ziet de aarde als een reeks vlakken, strepen en stippen; afstand leidt tot abstractie. En abstractie maakt radicale ingrepen mogelijk. Afstand, abstractie, aftasten, afstemmen. Maar dan moet je wel willen kijken, kijken, kijken tot het licht er uit ontspringt, luisteren en vooral voelen. ‘Als ik in jouw schoenen stond, hoe zou ik dan behandeld willen worden?’

Bestaan er werkelijk grenzen? Grenzen zijn lijnen op de kaart. En dat is soms best fijn. Het wordt pas een probleem als we die grenzen gaan zien als de realiteit. Of het nu de mannen van de Apollo 12, onze eigen Wubbo Ockels of André Kuipers waren of de bovengenoemde Nadar, de ervaring van afstand liet hen zien, beleven dat alles in wezen één is. Alles komt uit alles voort en is met alles verbonden. Voor al deze mensen was de ervaring van afstand er tegelijkertijd één van sublieme schoonheid waarin ze ervoeren dat grenzen slechts kunstmatig getrokken lijnen zijn. En hoe zie je die? Als verbindings- of als scheidingslijn? Lijnen verenigen en verbinden net zo goed als ze verdelen en onderscheiden. Lijnen zijn schijnbare tegenstellingen, twee kanten van dezelfde medaille, twee manieren van kijken naar hetzelfde. Iets wat uiteengaat komt ook weer bij elkaar. 

Celebrate or Celebate? Ik weet wel wat ik kies. Laten we de verschillen vieren. Alleen dat maakt een systeem rijk en sterk. Niks harmoniseren, niks nivelleren. Dat haalt alle zuurstof weg, het trekt vacuüm en zorgt voor afsterving. Geef de verschillen de ruimte om te zijn wat ze willen zijn. Accentueer ze nog verder als ze dat zelf willen. Laat de creatieve krachten creatiever worden en stabiliteitszoekende krachten stabieler. Uiteindelijk gaat het er om dat je doet wat je  niet laten kunt. Of je nu Jesse, Geert, Mark, Alexander, Jannie, Truus of Alje heet. Of Johnny Walker. 

Hoe ik nu werkelijk zelf denk over het vluchtelingenvraagstuk? Ik heet ze van harte welkom. Natuurlijk!


vrijdag 4 september 2015

De Rattenvanger van Tiengemeten



Even na tienen rijd ik het parkeerterrein op van de veerpont naar Tiengemeten. Het waait hard en ik zie nog net dat het veer de witbeschuimde golven klieft van het Vuile Gat. Terwijl de regen op de ruiten slaat, luister ik naar het journaal. Premier Rutte spreekt over een onvoorstelbare complexiteit en het belang om in het uiterst urgente vluchtelingenvraagstuk integraal op te trekken.

 Sla een willekeurige krant open en je komt ze tegen, de woorden integraal, samenwerken, kantelen, innovatie, duurzaam en groen. In diezelfde krant kom je ook andere woorden veelvuldig tegen: terreur, dreiging, vluchtelingenstromen, gewapend conflict en oorlog. Allemaal woorden die bij elkaar laten zien dat we in een turbulente tijd leven waarin veel extremiteiten zichtbaar zijn en nog maar weinig voorspelbaar is. We weten alleen dat er 4 miljoen mensen opgepakt in vluchtelingenkampen zitten in de grensstreken van Syrië, Irak, Turkije. Dat er dagelijks letterlijk duizenden mensen aanspoelen en opgevangen moeten worden in landen die daartoe niet in staat zijn. En het soms ook niet willen. Vandaag duizenden mensen die in Boedapest door het politiecordon breken en de snelweg op gaan naar een beter bestaan in Oostenrijk, Duitsland, Nederland en andere landen van de EU. En het is geen incident, begrijp ik even later uit de mond van Jaap de Hoop Keffer, oud topman van de NAVO en oud minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet Balkenende. Nooit vergeet ik meer de slijmerige slaafsheid waarmee hij en JP bij Superschurk Bush op audiëntie gingen. Wat waren ze blij om een eitje te tikken bij dit onbetrouwbaar sujet. Maar vandaag sprak Jaap klare taal. Er moet een integrale beleidslijn uitgezet worden en landen moeten niet gefragmenteerd oplossingen zoeken voor een dergelijk immens complex probleem dat ons nog jaren zal bezighouden. 

Ik heb nog een uurtje en zoek met een verfijnde zoekmachine de woorden oorlog, integriteit en samenwerking op en kom tot leuke ontdekkingen. De zoektocht naar de oorsprong van het woord integraal bijvoorbeeld leidt o.a. naar de Romeinen. Tijdens het ochtendappel stonden de legionairs strak in het gelid, klaar om door de centurion geïnspecteerd te worden. De centurion keek de soldaten 1 voor 1  aan waarop deze, oog in oog met zijn meerdere, met zijn rechtervuist op de borstplaat ter hoogte van zijn hart sloeg en riep: Integritas, wat heelheid, compleetheid betekende. De inspecterende centurion luisterde goed naar de wijze waarop het woord werd geroepen en naar het geluid dat een goed onderhouden borstplaat maakt als er op geslagen wordt. Deze moest immers bescherming bieden tegen pijlen en zwaardslagen. De centurion wilde ervan overtuigd zijn dat zijn legionair goed beschermd was. Ieder verlies van een van de manschappen zou zijn eenheid kunnen aantasten. Alleen door samen op te trekken konden ze overleven. 

Integraal samenwerken is een spannend proces van zoeken naar een balans tussen soms conflicterende posities en in die spanning is het niet eenvoudig om het juiste midden te vinden. Een automatische reflex is dan vaak je vasthouden aan het bekende en het andere uitsluiten. Jouw perspectief is het enige juiste. Het is ons houvast in turbulente tijden. Deze reflex kennen we allemaal en we weten ook allemaal, als we even uitzoomen, dat de wereld niet zwart of wit is. Of goed of fout. Waarom dan onbuigzaam vasthouden aan je eigen standpunt en perspectief? Gelukkig heb ik met mijn ene oog maar weinig perspectief en moet ik proberen overzicht te krijgen.

Bij de Kaartverkoop word ik vriendelijk ontvangen door Jan Metaal, vrijwilliger van Natuurmonumenten. Vier mannen praten enthousiast over Dieven en Baltsen en over de aardappelmand die vroeger op Tiengemeten werd gehesen om Veerman Bijl het sein te geven dat er iemand naar het vasteland wilde. Ik koop een kaartje en ik blijk de enige betalende bezoeker te zijn. Kort praat ik met de Veerman die mij straks over het Vuile Gat naar Tiengemeten vaart. Als Charon die mij naar Eurydice over de Hades vervoert naar het Dodenrijk. Bijl vertelt mij dat hij inmiddels al de vierde generatie is die mensen overvaart. Op het veer zie ik naast de huidige pont de Eendracht 1 liggen. Het oude voetgangersveer uit 1955 dat het nog steeds doet. Onder de stuurhut een protocol hoe te handelen in geval van drenkelingen. Op hetzelfde moment word ik weer gezogen in beelden over aangespoelde kinderen die ik het liefste wil vergeten. Waarom zijn de beelden die we het liefste willen vergeten de eerste die juist opkomen? Langzaam nadert het intieme haventjes van Tiengemeten en ik vraag mij af wat er zou gebeuren als dit eiland niet teruggegeven zou worden aan de natuur maar toegewezen zou worden aan vluchtelingen. Dit is jullie eiland. Maak er iets moois van. En wij zijn in de buurt als echte naobers als je iets nodig hebt. 

Op de kade staat Hugo met zijn golfkar te wachten op passagiers. Ik stap in en deze kleine man van amper 1 meter 35, maar die wel groots leeft, vertelt mij dat hij hier al sinds 1973 woont en gewerkt heeft als rattenvanger. Op hoogtijdagen liefst 20 muskusratten a zeven gulden vijftig per stuk. Kassa. Hij vertelt over het fokken van Shetland pony’s en een bijzonder klein schapenras, de Ouassa schapen. En over het fokken van  honden die het meest bij het werk dat hij deed, pasten. Jack Russel. In zijn smederij waar ik later kom, getuigt een volle vitrine kast van de successen die hij hiermee, ook in Engeland vierde. 

Vlakbij de Karantijn waarover ik volgende week tijdens de Open Monumentendag  een verhaal ga vertellen, ligt de Tessa Hoeve waar Henny en Corrie wonen. Zelfs al is de golfkar geruisloos, Hugo is opgemerkt en we worden gevraagd om binnen te komen. Mooie verhalen worden verteld. Over Gulden Roede en Ransuilen, het Sint Jans Kruit waar geen kruit tegen gewassen is. Over het betonnen wapendepot en de soms moeizame samenwerking met instanties van de overkant.
Integraal samenwerken is een spannend proces van zoeken naar een balans tussen soms conflicterende posities en in die spanning is het niet eenvoudig om het juiste midden te vinden. Een automatische reflex is dan vaak je vasthouden aan het bekende en het andere uitsluiten. Jouw perspectief is het enige juiste. Het is ons houvast in turbulente tijden. Deze reflex kennen we allemaal en we weten ook allemaal, als we even uitzoomen, dat de wereld niet zwart of wit is. Of goed of fout. Waarom dan onbuigzaam vasthouden aan je eigen standpunt en perspectief?

Aan het eind van de dag drinken we nog een glaasje Troost van Tiengemeten en mijn oog valt op een tegeltje boven de vuurplaats in de smidse. Niet ik , niet jij maar wij. Hugo en ik nemen afscheid, kijken elkaar aan en in gedachten sla ik mijn hand op mijn hart, terwijl ik hem aankijk en zeg: Integritas.