woensdag 31 juli 2013

Sneuveldurf



Niet gezocht en toch gekregen. Je zoekt iets en je vindt iets anders. Onverwachte ontdekkingen. Je gaat naar IKEA om een kast te ruilen en wordt verliefd op de vrouw van je leven. Vele voorbeelden zijn voorhanden. Bekende als de ontdekking van penicilline van Fleming of het ontstaan van de abstracte schilderkunst door Kandinsky, die terug gekomen in zijn atelier een prachtig schilderij zag staan. Het bleek zijn eigen schilderij te zijn maar dan op zijn kop. De verrassing toen hij ontdekte dat het zijn eigen schilderij was… en toen het besef of de vraag wat hij er mee aan moest.

De microbioloog Louis Pasteur concludeerde dat je wel gevoelig moest zijn voor onverwachte ontdekkingen. “Le hasard ne favorise que des esprits préparés.” Het toeval begunstigt alleen de geesten die zijn voorbereid. Wel leuk om even het woordje ‘préparés’ onder de microscoop te leggen. Voorbereiden of klaarmaken voor. Zit ook het woord paraat in. Klaar zijn voor het onverwachte. En daar hebben we het juist zo moeilijk mee in onze tijd waarin de angst regeert. Waarin we nog steeds geloven in de illusie van de maakbaarheid. Een logische vraag lijkt dan ook of we het toeval kunnen organiseren. Wie zit er nou niet te wachten op onverwachte opbrengsten?

Kunnen we het toeval een handje helpen? Lijkt mij wel. We netwerken ons suf en wat is netwerken anders dan het verlangen om het lot een handje te helpen?  Verlangen en belangen liggen dicht bij elkaar. Maar of die wilskracht ons dichter bij het onverwachte brengen?

Even terug naar meneer Pasteur. Het toeval begunstigt alleen de geesten die zijn voorbereid. Mensen  die bereid zijn om zich te laten verrassen en het momentum te pakken. En vaak zijn dat mensen die sneuveldurf bezitten. Mensen met lef. Lefbak of lafbek. Een kwestie van een shift in denken. En het lijkt er op dat die nu meer dan ooit nodig is. Volgens Jan Rotmans, hoogleraar Transitiemanagement aan de Erasmus Universiteit van Rotterdam, leven wij niet in een tijdperk van veranderingen maar in een verandering van tijdperk.  En andere tijden vragen om andere mores. Om een andere aanpak. Een aanpak die ruimte laat voor de onverwachte relevantie. Die op haar beurt weer ruimte geeft. Onbestemde, ongedefinieerde, restruimte.

Wat zou er in uw organisatie gebeuren als er plotseling, heel toevallig onbestemde mensen aan tafel zitten die met u op zoek gaan naar antwoorden op complexe vraagstukken? Niet de usual suspects maar juist de vreemde eenden in de bijt. De intelligente knutselaars zoals Levi Straus deze mensen noemt, mensen die zich niet (meer) laten leiden door tegenslag en frustratie maar de ruimte nemen om het eens op een heel andere manier te bekijken. Die langs de randen van het ravijn durven lopen maar gek genoeg er nooit in vallen. Meestal.

Zullen we in navolging van Louis Pasteur in uw organisatie een Serendipiteits Laboratorium opzetten? Een plek waar gewerkt wordt met mensen die (voor) bereid zijn om eens heel anders na te denken over de uitdagingen van deze tijd. Mensen met sneuveldurf.

maandag 8 juli 2013

De Oude Man en de Uil



In het hart van de Reinhaven baadde het Drijvende Hotel nog in het gouden zonlicht terwijl vanuit zee de eerste dreigende donderswolken binnendreven. Licht en duisternis op hetzelfde moment. De oude man zat zwijgend boven een glas vitaal Reinwater te mijmeren over het verleden terwijl een zwerm vogels kwetterend voorbij vloog tegen een achtergrond van lage, grauwzwarte  wolken. Mensen op de brug tussen Katendrecht en Hotel New York liepen snel naar de overkant om een veilig heenkomen te zoeken. Het dak van het Drijvende Hotel sloot zich. Een diepe stilte daalde over de haven. De eerste druppels vielen.

De oude man trok zijn jas aan en liep een moment later over de kades. Boven zijn hoofd slaakte een zeemeeuw een scherpe kreet. De oude man keek omhoog maar zag alleen het grauwgrijze wolkendek. Hij liep langs de vloedlijn van zijn bewustzijn. De golven rolden af en aan, droegen herinneringen met zich mee, en wisten ze onmiddellijk uit. Maar sommige herinneringen bleven hangen. 

Wat zijn herinneringen?’ vroeg de oude man zich af. ‘Herinneringen verbinden je met mooie dingen maar ze scheuren je het volgende moment aan stukken.’  Hij herinnerde zich de lange wandelingen met zijn moeder over de harde kades van de Rijnhaven, de dobbers die maar niet ondergingen tijdens de vispartijen met zijn vader. En op hetzelfde moment herinnerde hij zich de pijn toen hij vertelde dat hij ging emigreren naar Australië. Waarom? Waarom zijn de dingen die je wilt vergeten vaak de dingen die het eerst oppoppen als je aan het verleden denkt? En wat is verleden als je het telkens weer opnieuw beleeft ?

De oude man liep het Grote Getijdenpark in en merkte dat hij alleen was. Alhoewel? De Uil zat in de hoge Berk en luisterde naar de mijmeringen van de oude man. Het waren zijn eigen mijmeringen, wist hij. De tijd zal nooit meer worden zoals het was. Maar heeft het zin om je druk over te maken over wat was, wat is en wat zal zijn? De Uil gaf antwoord: ‘Je moet de tijd nemen of de tijd neemt jou. En doen wat gedaan moet worden. Niet meer, niet minder.’ Maar de oude man was nog niet echt overtuigd. ‘Hoe weet ik nou wat er gedaan moet worden? Wat goed is en wat niet?’ Voor de Uil gold eigenlijk maar één regel: ‘Ik beargumenteer alles met : “Kan ik het aan mijn kind verklaren en kan ik het aan mijn grootouders verklaren?” ‘Als dat zo is, dan is het goed. En dan kan elke wetenschapper er tegenin brengen dat het niet goed is, maar dan kan ik zeggen dat het wel klopt. Zij begrijpen het alleen nog niet.’ De oude man hoorde de woorden van de Uil maar begreep het ook nog niet helemaal. ‘Niet begrijpen is niet aanvaarden en dat is precies waarom het gaat’,  sprak de Uil. ‘We leven in een andere tijd en die vraagt om een andere aanpak. En herinneringen zijn leuk maar verbindingen zijn beter. We leven wel in het hier en nu en dat is anders dan toen en dan. Dus, join the club of blijf lekker in je eentje tobben. ’

De oude man schudde zijn hoofd,  begreep hem niet maar kon hem wel volgen. Hij dankte de Uil en liep door de striemende regen terug naar het Drijvende Hotel. ‘Doe nog maar een glaasje Reinwater’, sprak de oude man tegen het jonge meisje.

zondag 7 juli 2013

De Tureluur, de Kievit en de Kleine Man met de Lange Krullen (Reinhaven)



Terwijl de wereld nog aarzelde tussen licht en donker, begonnen de vogels aan een ode voor de nieuwe dag. Zeemeeuwen zeilden zijwaarts door de windstille lucht. Kleine golfjes rolden op het zilte zand van het Grote Getijdenpark, liepen in een zachte boog uiteen en trokken zich weer terug. De Kleine Badmeester met  de Lange Krullen haalde de laatste rimpelingen uit het vlakbij gelegen Drijvende Zwembad en zong tevreden. Love me Tender. De Tureluur klakte kregelig met zijn tong.
Ik kan dat woord nog steeds niet horen’, sprak hij getergd tegen de Kievit die als altijd bij hem in de buurt was. ‘Tender’. Hij sprak het uit alsof het een purgeermiddel was. ‘ Bijna waren ze weer voor een zesje gegaan en was dit gebied een modderige Paddenpoel geweest met twee drijvende boomhutten’, weeklaagde hij.  Zijn woorden vonden geen weerklank bij zijn vriendin. Bijna is nog niet helemaal,’ sprak zij voorzichtig. De Kievit  had iets meer geduld dan haar vriend en dat geduld bleek bijna toch altijd weer beloond te worden.  Het gezicht van de Tureluur stond op onweer.

Langzaam betrok de lucht en de wind zwol aan. De Kleine Badmeester met de Lange Krullen maakte zich uit de voeten en trok zich terug in het kleedhok. Ook de Dieren zochten een veilig heenkomen. De lucht kleurde snel inktzwart en het duurde niet lang of de hemel werd doorkliefd met bliksemschichten die in allerlei vormen door de lucht flitsten, een ogenblik later gevolgd door het geratel van oorverdovend gedonder. De lucht trilde, zwarte wolken overdekten het zwerk en het werd zo donker dat de overkant van de Reinhaven niet meer te zien was. De regen plensde neer met een geweld dat je de adem benam als je er alleen maar naar keek. En toen…. een prachtige bliksem die de hele Reinhaven verlichtte. Het futuristische Drijvende Hotel , de Drijvende Buitenplaats, het Living Lab, het Park, alles baadde in een betoverend onwerkelijk licht. Een alles overstemmende hemelse paukenslag beklonk een magisch moment.

Daarna nog een paar bliksemschichten, een enkele donderklap, nog een enkele naschok maar net zo snel als het noodweer was begonnen, stopte het ook weer. De wind ging liggen, de regen hield op, de lucht klaarde. De frisse geur van groen. De dieren kwamen voorzichtig uit hun holen tevoorschijn. De kleine Man met de lange Krullen kwam uit zijn badhok. De diepe duisternis loste langzaam op en de zon klom stralend  boven de Kim. De Kievit stond vlerk aan vlerk met de Tureluur. Bij het rimpelloze bad zag de Kleine Man met de Lange Krullen dat het goed was en zong: “Love me tender, love me dear. All my dreams fullfilled. For my darling, I’ll be true and I always will.” Over de witte wangen van de Kievit rolde zacht een stille traan.


donderdag 4 juli 2013

Blanco



Gisteren was ik bij het Blanco Instituut om een opstelling te doen met Mo en Merel. Mooie vrouwen in een mooie ambiance. ‘Wat is je vraag en welk bewijs wil je zien dat er een verschuiving in je vraagstuk is opgetreden? Ik vertel dat ik wel erg overtuigd zou zijn van de schoonheid van hun methode als er aan het eind van de sessie een mogelijke opdrachtgever belt met de mededeling dat mijn offerte is goedgekeurd.

Geen representanten maar twee vrouwen die sterk op elkaar ingespeeld, posities innemen en weergeven wat er in mijn systeem gebeurt. Een unieke ervaring die snel inzichtelijk maakt waar ik sta en wat mijn zielsopdracht is. Tijdens de opstelling schiet een gedicht van Jimenez door mijn hoofd.

Ik ben niet ik.
Ik ben hij,
die aan mijn zijde gaat, zonder dat ik hem zie,
die ik vaak bezoek,
en die ik vaak vergeet.
Hij, die rustig zwijgt, als ik spreek,
die zachtmoedig vergeeft, als ik haat,
die rondzwerft, waar ik niet ben,
die recht op zal blijven staan, als ik sterf.


Terwijl ik naar de auto loop, vraag ik mij even af of ik langs Remy Mosch  in Ophodenpijl zal gaan. Ik start de auto en word gebeld door….Remy. Of ik een verhaal over een vitale vrucht wil schrijven. Een betaalde klus. Een magisch moment. En kun je dat soort momenten organiseren? Neen. Alhoewel? Blanco bellen?  0641841306

woensdag 3 juli 2013

Het meisje en de tureluur



Het komende jaar volg ik de ontwikkelingen rondom de ontwikkeling van de Rijnhaven op de voet en doe daar op mijn manier verslag van. Wat zijn de ideeën en wat betekenen die voor de de betrokkenen, zoals de bewoners, de politiek, de marktpartijen en maatschappelijke instellingen? Hieronder een proeve van mijn verwondering over dit bijzondere proces.

Zoals iedere ochtend rende het meisje een rondje rond de Reinhaven. Halverwege stopte ze dan altijd even in het Grote Getijdenpark, deed haar oefeningen op het strand om vervolgens verder te hollen. Ze hield van de ochtendstilte. Of eigenlijk was het nooit helemaal stil. Altijd hoorde ze wel de wind over de boomtoppen trekken, vogels die met hun vleugels sloegen of grassen die zacht ritselden. Of dat getsjilp van de vogels. Het meisje hield van het park en de dieren in het park hielden van haar. Vooral wanneer ze weer zo’n mooi melancholiek melodietje neuriede, floot  of zong. Dan hielden ze altijd even op met tsjilpen, koeren of kirren en zelfs de krekels stopten dan met hun getsjirp. Alleen de bijen dansten en huppelden op de zoete stem van het meisje totdat de Koningin vanaf de Imkerij op de Drijvende Buitenplaats hen toezoemde: “Time is honey, ventjes,” en de bijtjes gingen weer verder met het overbrengen van het stuifmeel op de stampertjes.

Stumpers zijn het, “ kweelde de tureluur zwaarbewolkt. “Holle, hersenloze kwallen zijn het. Zonder ruggengraat.” Over wie heb je het, tureluurtje?” vroeg het meisje.  Over wie? Over die mensen van de Overkant  die het lef hadden om hun afgestompte gevoelens in dorre woorden om te zetten en die aan anderen op drongen en daarmee bijna dit Gebied om zeep hebben geholpen.  Mensen die nog steeds de holte waar hun fantasie zou moeten zitten opvullen en afdekken met stro en daar doodgemoedereerd mee rondlopen.” De kleine karekiet en het rietsluipertje knikten instemmend. “Maar wat bedoel je dan? Ik begrijp je niet. Het is hier nou toch prachtig?” zei het meisje. “Ja nu wel,” gaf de tureluur toe, “Maar het was echt een dubbeltje op zijn kant. Voor hetzelfde vervloekte geld had dit Gebied volgestaan met leegstaande drijvende woningen en waren wij er niet geweest, jongedame. Onthoud dat goed.” Het meisje herinnerde zich dat het inderdaad maar weinig gescheeld of dit prachtige park was er niet geweest. “Maar we hebben het toch maar mooi voor elkaar gekregen, zei het meisje die vertederd keek hoe een grauwgans met wel twaalf kleine kuikentjes naar het water waggelde. “Goed opletten, kindjes, “zei Moeder Gans en wees de kindjes op een prachtig futenballet een paar meter bij hen vandaan. De balts der baltsen. Een fenomenale choreografie. “Kijk, dat is nou Liefde,” sprak de Moeder.