vrijdag 3 oktober 2014

Kanis en Gunning



Iets later dan gepland komen we aan op station Bijlmer. Denkt u bij het verlaten van de trein aan het meenemen van uw persoonlijke bezittingen en reist u met de ov chip, vergeet dan niet uit te checken.’ ‘Neen, jij moet je kanis dicht houden’, hoor ik een vrouw in plat Amsterdams zeggen. ‘Ik luister niet meer naar je, eikel’, en ze verbreekt de verbinding. Het is herfst. Op het perron word ik gedwongen om naar de Arena te kijken. Een klomp beton. In niets vergelijkbaar met de Kuip.

Vriendelijke studenten in oranje heten mij welkom. Ik moet meteen aan het gruwelijke lot denken van de in oranje gehulde gijzelaars van IS. Een student komt met een dienblad vol speldjes op mij af. Ik kies voor het speldje met de tekst ‘serendipity is promoting excellence’. Onverwachte relevantie. Je bent op zoek naar het één en vindt iets anders. En dat gebeurt alleen maar als je open staat voor het onverwachte, het onbestemde. En dat lukt niet altijd. Het oordeel houdt vaak een zuivere waarneming tegen.

Ik lees in het programmaboekje de samenvatting van het manifest dat als afsluiting van het excellentieprogramma zo dadelijk zal worden overhandigd aan de minister. Het eerste punt van het manifest komt binnen. Leren is een persoonlijke reis. ‘Moedig studenten aan hun persoonlijke ‘drive’ te vinden en help hen om hun passie te ontdekken en er richting aan te geven. Geef hierbij ruimte aan nieuwsgierigheid en ambitie, maar ook aan het toeval waardoor nieuwe en onverwachte inzichten kunnen ontstaan.’ Mooi, denk ik maar dan slaat het oordeel weer toe als ik de volgende zin lees: ‘Bied studenten een community waarin zij met elkaar kunnen samenwerken en waarin zij elkaar kunnen inspireren.’ Fout, denk ik. Een community of een gemeenschap organiseert zichzelf op basis van gemeenschappelijkheid en niet door weer een aanbod van de bestuurlijke elite die bepaalt wat goed is voor de massa. Een mens wordt niet als massa geboren. En ook niet als kassa.

Gelukkig krijg ik weinig tijd om mij te ergeren. Het feest begint. Een filmpje. Ping pong, een scorebord. Een prachtige tekst van iemand van Lost Boys. Jatten, jatten, jatten. Zolang je maar niet steelt van jezelf.

Een goed voorbereide dagvoorzitter introduceert de gasten. Allemaal emninentes grise. Grijs kapsel, grijze maatkostuums, grijze teksten, schoenmaat 43+. Gelukkig komt er kleur op het podium met Jet Bussemaker. Ze haalt in haar pleidooi voor eigenzinnigheid een prachtig boek aan: Excellent sheep: the Misunderstanding of the American Elite and the Way to a Meaningful Life. Het boek gaat over hersenloze carrières van talentvolle studenten die slechts bezig zijn met het klonen van elkaar. One size misfits all.

En dan is het de beurt aan Tex Gunning. Mijn held. Vader van 4 kinderen. Oud topman van Unilever, lid van de Raad van Bestuur van Akzo Nobel en nu CEO van TNT Express. Op het podium staat een man met een levende missie: een organisatie creëren waarin mensen als vrienden met elkaar omgaan. En dat kan alleen maar als je dienend bent aan de ander en het andere in die ander kunt erkennen. En dat heeft alles te maken met weten wie je bent en waar je vandaan komt. Je karakter is belangrijker dan je skills. Daarop zou het accent moeten liggen op school. Op karaktervorming en het ontdekken van gemeenschappelijkheid. Wat volgens Gunning daarbij voorwaardelijk is, is te luisteren naar je innerlijke stem. En die hoor je alleen als het stil is. Als je even je kanis houdt en diep luistert. Pas dan komt het proces van Gunning op gang.