Iets begint, een lijn,
raakt los van zijn uitgangspunt, gaat misschien roekeloos ver weg, maar
verwijdert zich nooit definitief van zijn oorsprong: met een zekere regelmaat
keert hij op zijn schreden terug, herinnert, terwijl hij zich in nieuwe vormen
realiseert, aan het punt van waaruit hij vertrok. (Paul Klee)
De eerste keer dat ik deze zin las, wist ik dat er een diepere
betekenis in zat, maar ging die toch aan mij voorbij. Met een zekere regelmaat pakte
ik het boek, de Evenwichtskunstenaar van Cyril Offermans, weer uit de kast en
bladerde mij door de vele ezelsoren heen tot ik dit citaat weer tegenkwam. Je
moet zin hebben om de zin te zien. En andersom natuurlijk. Je moet de zin
ergens van in zien om zin te krijgen. ‘Dan
maak je maar zin’, bromde mijn vader als ik iets niet wilde doen omdat ik
er de zin niet van in zag. Terwijl ik dit schrijf, vraag ik mij af waarom mijn
vader op komt als ik het over de boodschap van Paul Klee wil hebben. Terug naar
het citaat van Klee in de wetenschap dat ik toch weer tot mijn vader terugkeer.
Om die veranderende herhaling, die corresponderende
beweging, die tragische maar ook gelukkig makende Wiederkehr des Immergleichen was het Paul Klee bovenal te doen,
schrijft Offermans. Herhaling, regelmaat, ritmische patronen. Zien hoe een knop
zich vormt, hoe een boom groeit, hoe een bloem bloeit. Een blik werpen in de
werkplaats van de schepping. Voor Klee ligt
daar, in de natuur, het geheim. En dat vraagt aandacht. Niet te snel willen
handelen maar aarzelende vragen stellen. Ons weten wordt gevormd door de
aarzelende vraag en zelden door zekerheden. Dat is een rustgevende gedachte.
Ritme. Regelmaat. Rust. Het lijken in een doordravende
doldraaiende wereld luxe artikelen te zijn geworden. En toch ligt het heel
dichtbij. Je hoeft je alleen maar het punt te realiseren van waaruit je bent
vertrokken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten