Gisteren
ter voor voorbereiding op een teamdag een paar interviews gehad met projectleiders
van een projectteam van de Noord Zuid lijn. Wellicht is het beter te zeggen dat
het hier een groep mensen betreft, allemaal hoogwaardige professionals op hun
specifieke domein, die samen een uitzonderlijk complexe klus hebben te klaren.
Veel partijen, veel belangen, veel vergaderingen. En daarom dus ook het gevaar
van vertraging wellicht door de druk om te snel te willen gaan. Manfred Kets de Vries zegt daar in Organisatie Paradoxen het volgende
over: ’Disfuncties onderhouden en
versterken zichzelf. Een organisatie die de weg gekozen heeft van scheiding,
splitsing en bureaucratisering, zal op eigen kracht lang niet altijd in staat
zijn dit pad te verlaten. Juist als de moeilijkheden zich opstapelen, ontstaat
de neiging deze te bestrijden met nog meer scheiding, splitsing en
bureaucratisering: men bestrijdt de kwalen met hun eigen oorzaak.’
HotsPot of hutspot?
Terugdenkend
aan de gesprekken gisteren vraag ik mij af of het mogelijk en zelfs wel
wenselijk is voor deze projectleiders om als team te functioneren. Er wordt wel
degelijk een gezamenlijke en persoonlijke aansprakelijkheid gevoeld maar de
focus ligt toch vooral om het realiseren van de eigen prestaties en daar is
natuurlijk niks mis mee als die in lijn zijn met het collectief. Dat maakt
juist een team succesvol. Dat maakt het tot, zoals Linda Gratton aangeeft een hotspot. ‘Een hotspot = (samenwerkingsgericht denken x grenzen overschrijden x
een aanstekelijk doel) x productief vermogen.’ En iedereen heeft wel de
ervaring in zo’n team. En toch lijkt zo’n team meer uitzondering te zijn dan
regel. Hoe kan dat?
Wie neemt het
voortouw?
Vandaag
zit ik in het Dokkafee op RDM Campus mij voor te bereiden op een gesprek over
een workshop tijdens een conferentie van de HBO Raad als Cor van Asch
binnenloopt. Cor is projectleider van het Havenbedrijf en verantwoordelijk voor
de ontwikkeling van RDM West. Waarschijnlijk de mooiste onderwijslocatie in
Nederland. Gevestigd op het terrein en in de prachtig verbouwde gebouwen van de
oude Rotterdamsche Droogdok Maatschappij. Ik mag Cor bijzonder graag. Een
bescheiden man die zichzelf schijnbaar wegcijfert en uitgerekend hij is de man
die een drijvende kracht is achter alle bijzondere ontwikkelingen van dit
bijzondere gebied. Hij gaat tegenover mij zitten aan de stamtafel. Hij vertelt
over de vergadering van vanavond waarin een besluit genomen wordt over het Aqua
Dock dat in de Dokhaven gebouwd zou moeten worden. Een proeftuin voor bouwen op
water zou hier moeten komen. Zou, want inmiddels duurt het al anderhalf jaar en
is er nog steeds geen beslissing genomen over wel of niet doorgaan. Voor Cor
een kwestie van ontbreken van opdrachtgeverschap. Zeker in deze economische
krappe tijden zijn maar weinig partijen bereid om risico te nemen. Maken even
liever een pas op de plaats. Als risico nemen de spiegel is van vertrouwen dan
kijkt er een behoorlijk tekort te bestaan aan dat laatste. Wel vervelend.
Zonder risico geen opdrachtgever schap. Iedereen dekt zich in, dus gebeurt er
niks.
Wangaari Mathaai
Cor
vertelt mij over het Groenkleed, een initiatief van bewoners van Heijplaat om
bomen te planten op de plekken waar 350 woningen zijn gesloopt. Het doet mij
denken aan Wangaari Mathaai, de oprichtster van de Green Belt Movement en
winnaar van de Nobelprijs voor de Vrede. Zij maakte zich ernstig zorgen over de
niet te remmen bomenkap in Kenia dat er voor zorgde dat de vrouwen steeds verder
moesten lopen om water te tappen. Onderweg liepen ze het risico om te worden
verkracht of vermoord. Zij wilde dat een halt toeroepen en samen met een paar
vriendinnen besloot ze bomen te planten in Nairobi. Het begon met het planten
van 8 bomen waarvan na een jaar nog slechts de helft over was. Ze lieten zich
niet ontmoedigen en 20 jaar later waren er in 200 communities van de Green Belt
Movement die in Afrika inmiddels meer dan 200 miljoen bomen heben geplant. Bij de Nobelprijsuitreiking gaf ze aan hoe het eens
begon: “It all started when two friends
and I started talking at the kitchen
table.” Is het zo simpel?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten