zondag 14 oktober 2012

Hotspot of hutspot?

Gisteren weer mijn RDM dag. RDM Campus is voor mij nog steeds een doorwaadbare plaats, een hotspot in een overwegend verdord en schraal onderwijslandschap. Het valt mij op dat ik 'nog steeds' schrijf. Nog steeds wil ik bij deze club horen maar ik merk wel dat mijn aanvankelijke enthousiasme tanende is. Waarom?

 RDM Campus is ooit gestart door een paar mensen met een idee. Noem het passie. De dwingende emotie die maakt dat wij soms zeer irrationele dingen doen. Wat bezielt de medewerkers van nu om RDM Campus te kiezen als plek om denken en doen in onderwijs duurzaam te veranderen en van toegevoegde waarde te zijn voor de regionale creatieve maakindustrie?

pionier of pion
Gisteren ervoer ik weer die bezieling tijdens een kennisdeelbijeenkomst van de project coördinatoren die betrokken zijn bij Innovatieteams. Allemaal pioniers met passie. Passie drijft mensen er toe om offers te brengen zodat een doel dat groter is dan zijzelf tot leven kan komen. In de gesprekken met de mensen van het eerste uur is dat vuur nog steeds voelbaar. Nog steeds geloven deze pioniers in de potentie van RDM Campus. Geen pretentie maar potentie. En die wordt gevoed door een diepe intentie. Je diepste intentie bepaalt je uiteindelijke resultaat. Niets meer en niets minder. Tegelijkertijd zien we dat organisaties met alleen maar passie het niet redden. Passie heeft structuur nodig om te overleven. Een WAAROM zonder HOE, passie zonder structuur, heeft een zeer hoge kans op mislukking. Passie heeft dus structuur nodig om te overleven maar structuur heeft passie nodig om te overleven. Zonder passie is een pionier al snel een pion en dat wil niemand zijn toch?

Je zou kunnen zeggen dat het WAAROM puur een geloof is, het HOE de acties zijn die we nemen om ons geloof te realiseren. Het WAT zijn de resultaten van die acties. Als deze drie in evenwicht zijn, ontstaat er vertrouwen en krijgt de ander het gevoel dat er sprake is van waarde. Als mensen zich niet bekommeren om het Waarom van een gemeenschap, brokkelen de voordelen daarvan al snel af.

hotspot en Big Freeze
In het boek Hotspots presenteert Lynda Gratton een formule die voorspelt of een organisatie Hotspots kan realiseren of voor altijd en eeuwig in The Big Freeze moet verblijven.
Even een korte beschrijving. Hotspots zijn situaties waarin mensen op een nieuwe manier samenwerken, zodanig dat ze op basis van hoge intrinsieke motivatie ongekend productief en innovatief zijn.
Ik merk dat we met de innovatieteams op een grens zijn aanbeland. We werken met allemaal mensen met een enorme drive om het onderwijs beter te maken en tegelijkertijd zien we dat de systemen van de grote moederorganisatie steeds dwingender gaan worden, heer en meester dreigen te worden over het onderwijs. Steeds meer regelgeving, steeds meer controle en verantwoordingsdrang. Een grote dysbalans tussen sturing en ruimte. En vind daarin maar eens je ontwerpvrijheid.

simpele rekensommen
Ik heb altijd wat last gehad van controle drang. In mijn mensvisie zijn mensen geneigd tot het kwade maar bereid tot het goede. Maar omdat we bang zijn tuigen we enorme diensten van managers en systemen op. Ooit ben ik een mooi rekensommetje tegengekomen van Teun van Aken die daarmee de vloer aanveegde: Verandering=(Talent+Leiderschap) : Management. Welk getal je ook invult, management is het grote mankement. Meten is weten.

Lynda Gratton hanteert in haar boek een andere rekenkundige vergelijking:
Hotspots=( Coöperative Mindset x Boundarie Spanning x Igniting Purpose) x Productive Capacity.

De productieve capaciteit van de mensen bepaalt uiteindelijk of de gezamenlijke potentiele energie wordt omgezet in functionele, productieve energie. Organisaties waarin geld, competitie en hokjesdenken de boventoon voeren, zijn gedoemd tot the Big Freeze. Er moet een mindset van samenwerking zijn. En die is er of die is er niet. Die kun je niet maken, je kunt hem wel breken.
Met betrekking tot de boundary spanning waar Gratton het over heeft, kun je ook zeggen dat dat die er is binnen de innovatieteams. Docenten werken samen met anderen die van buiten de begrenzing van de eigen opleiding of instituut afkomstig zijn. Alleen dan krijg je waarde creatie door bekend en onbekend en oud en nieuw met elkaar te combineren. Het doel is dus dat mensen en organisaties niet in hun 'comfortzone 'blijven hangen maar erop uit trekken om nieuwe dingen te proberen met mensen die ze anders niet tegenkomen.

Dit toont meteen de paradox. Mensen werken het lekkerst, zijn het meest geneigd tot het delen van hun intellectuele en emotionele kapitaal (vlak dat niet weg), als zij zich vertrouwd en gerespecteerd voelen. En dat gebeurt in de ontmoeting. Tijdens bijeenkomsten als die we gisteren hadden.  In die groep zitten mensen die Gratton boundary  spanners noemt. Mensen die geboren lijken te zijn om muurtjes slechten. Om mensen uit te nodigen om over hun muurtje heen te kijken. Net als ik legt ook Gratton de bal bij de managers die ruimte in moeten bouwen voor het mogelijk maken van 'die goede gesprekken en ontmoetingen' en die de grensverleggers in staat stellen om hun ding te doen. Verbinden.

heartfelt commitment
Zet een groep mensen bij elkaar die samenwerking in hun aderen hebben stromen en waarvan een belangrijk deel weinig tot nooit met elkaar heeft samengewerkt en er zal iets ontstaan. En of dat echt waardevol is, is afhankelijk van de energie die een opdracht oproept. Een beetje vlam in de pan moet er wel zijn. Is onderwijs een lege emmer vullen of een vuur ontsteken? Voor de innovatieteams betekent dit dat opdrachten naast realistisch ook uitdagend moeten zijn. Maar we zijn er nog niet als mensen in vuur en vlam worden gezet. Het vraagt ook het vermogen om gedisciplineerd te werken aan het productief maken en houden van de hotspot.

En dan zijn we weer terug bij de diepste intentie. Om 'heartfelt commitment'.  Op alle niveaus. Op het operationele van de docenten en de projectleiders van de bedrijven, het tactische van de managers en het strategische van de directie/ bestuurders. Pas dan kunnen afspraken gemaakt worden en kloven overbrugd worden. Vanuit het delen en afstemmen van de diepste intentie ontstaat er zoiets als het synchroon lopen met elkaar waardoor mensen weten wanneer wat van iemand verwacht kan en mag worden. Geen slap gelul meer zonder inhoud maar het spannen van de boog. Is een voorwaarde om productief en innovatief te zijn. Mensen moeten deadlines hebben maar moeten aan de andere kant ook de ruimte hebben om te reflecteren en nieuwe ideeën te genereren. En in dit ritme, deze balans tussen spanning enerzijds en ruimte anderzijds, ontstaat de magie van het leren.

Uit de bijeenkomst van gisteren was de algemene conclusie: breng het systeem in kaart. Achterhaal welke processen en activiteiten bijdragen aan het ontstaan van hotspots en welke dat verhinderen. Ontdek hefbomen en onderneem actie. Zorg dat RDM Campus niet afglijdt tot weer een locatie waar onderwijs wordt gegeven maar een plek is waar werkelijk werk gemaakt wordt van leren en innoveren. Maar misschien zijn die twee woorden wel synoniem aan elkaar.

Volgens mij, en gelukkig ben ik daar niet alleen in, staan we voor een keuze die eigenlijk geen keuze is. Of we gaan terug naar de oude situatie en trekken de teugels nog wat strakker aan of we maken een evolutiesprong door te aanvaarden dat de oude manier van onderwijs en organiseren niet meer van deze tijd is. Op dit moment zie je dat mensen vanuit een automatische reflex krampachtig weer de controle kant opzoeken maar dit is een achterhoede gevecht. De tijd haalt de systemen in.  De oppervlakkige en reactieve symptoombestrijding en –beheersing in het oplossen van de steeds verder groeiende mondiale crisis in het evolutieproces in de natuur en de cultuur op aarde los te laten; het leven als georganiseerde reis van wieg tot graf werkt niet meer. (Rob Land)

tot slot?
Two roads diverged in the woods and I took the one less travelled by and that has made all the difference. (Robert Frost)
We staan op een boeiend kruispunt. Aan iedereen in de organisatie is de vraag: kiezen we voor de bekende weg terwijl we weten dat die doodlopend is of gaan we met elkaar op zoek naar een werkelijk duurzame toekomst?
Ach, wie weet moet ik hier ook niet al te veel woorden aan wijden. De tijd zal het leren. Een bemoedigend beeld daarbij vind ik de metafoor van een kankergezwel die zijn omgeving kaal- en opvreet en als er uiteindelijk niks meer te eten is, dan eet het zichzelf op. Zo zal het met systemen ook wel zijn.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten