woensdag 3 juli 2013

Het meisje en de tureluur



Het komende jaar volg ik de ontwikkelingen rondom de ontwikkeling van de Rijnhaven op de voet en doe daar op mijn manier verslag van. Wat zijn de ideeën en wat betekenen die voor de de betrokkenen, zoals de bewoners, de politiek, de marktpartijen en maatschappelijke instellingen? Hieronder een proeve van mijn verwondering over dit bijzondere proces.

Zoals iedere ochtend rende het meisje een rondje rond de Reinhaven. Halverwege stopte ze dan altijd even in het Grote Getijdenpark, deed haar oefeningen op het strand om vervolgens verder te hollen. Ze hield van de ochtendstilte. Of eigenlijk was het nooit helemaal stil. Altijd hoorde ze wel de wind over de boomtoppen trekken, vogels die met hun vleugels sloegen of grassen die zacht ritselden. Of dat getsjilp van de vogels. Het meisje hield van het park en de dieren in het park hielden van haar. Vooral wanneer ze weer zo’n mooi melancholiek melodietje neuriede, floot  of zong. Dan hielden ze altijd even op met tsjilpen, koeren of kirren en zelfs de krekels stopten dan met hun getsjirp. Alleen de bijen dansten en huppelden op de zoete stem van het meisje totdat de Koningin vanaf de Imkerij op de Drijvende Buitenplaats hen toezoemde: “Time is honey, ventjes,” en de bijtjes gingen weer verder met het overbrengen van het stuifmeel op de stampertjes.

Stumpers zijn het, “ kweelde de tureluur zwaarbewolkt. “Holle, hersenloze kwallen zijn het. Zonder ruggengraat.” Over wie heb je het, tureluurtje?” vroeg het meisje.  Over wie? Over die mensen van de Overkant  die het lef hadden om hun afgestompte gevoelens in dorre woorden om te zetten en die aan anderen op drongen en daarmee bijna dit Gebied om zeep hebben geholpen.  Mensen die nog steeds de holte waar hun fantasie zou moeten zitten opvullen en afdekken met stro en daar doodgemoedereerd mee rondlopen.” De kleine karekiet en het rietsluipertje knikten instemmend. “Maar wat bedoel je dan? Ik begrijp je niet. Het is hier nou toch prachtig?” zei het meisje. “Ja nu wel,” gaf de tureluur toe, “Maar het was echt een dubbeltje op zijn kant. Voor hetzelfde vervloekte geld had dit Gebied volgestaan met leegstaande drijvende woningen en waren wij er niet geweest, jongedame. Onthoud dat goed.” Het meisje herinnerde zich dat het inderdaad maar weinig gescheeld of dit prachtige park was er niet geweest. “Maar we hebben het toch maar mooi voor elkaar gekregen, zei het meisje die vertederd keek hoe een grauwgans met wel twaalf kleine kuikentjes naar het water waggelde. “Goed opletten, kindjes, “zei Moeder Gans en wees de kindjes op een prachtig futenballet een paar meter bij hen vandaan. De balts der baltsen. Een fenomenale choreografie. “Kijk, dat is nou Liefde,” sprak de Moeder.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten