donderdag 27 september 2012

Re-Minder


Ik stel mij op rantsoen. Geen wijn meer, geen vlees meer. Ook de tijd ga ik rantsoeneren. Als ik klaar ben met slapen, ga ik niet liggen woelen en draaien maar sta ik op om mijn dagelijkse stukje te schrijven. Vandaag is dat vijf uur. Een korte meditatie waarin ik bij de inademing tegen mijzelf zeg: Ik ben in de Ruimte en bij de uitademing: en de Ruimte is in mij. Routines vervelen mij echter al snel en ik besluit het zinnetje te veranderen in : Ik ben in de Orde en de Orde is in mij. Grappig genoeg kom ik in dezelfde diepe ontspanning met deze zin.

Voordat ik besluit te schrijven, bekijk ik even een filmpje van Peter Senge.  Breaking the cycle of Fatalism. Vooral het laatste zinnetje roept een reactie in mij op. You have to create an environment where people can shape their own future.” Ik kan nooit zoveel met zinnetjes die beginnen met You of jij. Zal wel met mijn moeite met instructie te maken hebben. Niemand vertelt mij wat ik moet doen. Dat bepaal ik zelf wel. Laat mij die zin dan eens omdraaien. You have to create…. wordt dan I have to create an environment where I can shape my own future. Of I have to create an environment where you can create your own future. Of, I have to create an environment where you can create my future. Klinkt voor mij al een stuk beter, al klopt het nog niet helemaal. Resoneert het nog niet volledig in mij. Kloppen is resoneren. Pas als het hart klopt, is er sprake van resonantie. Hoe dieper de reflectie, hoe meer het resoneert in mij. Langzaam word ik wakker.

Waarom heb ik het zo nodig om mij zelf te onderscheiden van de ander? De nar in mij wil mij meteen van dit onderwerp afleiden. Je moet uitkijken dat je jezelf in het onderscheid niet onderschijt . Maar misschien zit hier ook wel een waarheid in. Wellicht zijn wij zo in de shit geraakt door onze voortdurende behoefte aan onderscheid en vergelijking. Onze Comparing Mind. Het deel dat zich afscheidt van het geheel. Het is alsof wij de werkelijkheid bekijken door twee verschillende ogen. Met het ene oog zien we een gefragmenteerde wereld. Met ons andere oog zien we onszelf als deel van een groter geheel. Gelukkig heb ik maar één oog anders zou ik er scheel van gaan kijken. Dank je, nar. Hoe breng ik nou balans tussen die twee? Hoe leg ik nou die verbinding tussen structuur en ruimte, orde en chaos, man en vrouw, geheel en deel?

Voor Plato is het intellect, de nous zoals hij dat noemde, de menner die de teugels aantrekt.  De schriele wagenmenner die twee oersterke paarden moet bedwingen. Het vurige paard, Epithumia, wil je bij je geliefden, bij de club  houden. Het nobele paard Thumos, wil scoren en uitstijgen boven de club. Beiden zijn de verbeelding van passies die een mens totaal kunnen laten ontsporen.

De teugels aantrekken en niet de zweep er over. Voor mij betekent dat de tijd nemen om mijn gedachten te ordenen. Neem ik de tijd niet, dan neemt de tijd mij. En word ik weer overgeleverd aan de waan van de dag. Ik ben blij dat ik weer vroeg ben opgestaan vanmorgen. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten