donderdag 22 maart 2012

Gemeenschapszingever

Kortgeleden vroeg Marc Verheijen mij om te reflecteren op de vraag of de gemeente Rotterdam het Ingenieursbureau Gemeentewerken nodig heeft. Marc is als architect verbonden aan deze dienst, daarnaast is hij lector Infrastructure op RDM Campus. Een man met een groot denkraam. Zijn vraag intrigeerde mij en wat ik dan meestal doe, is de vraag omdraaien. Zit Marc wel te wachten op het Ingenieursbureau? Zit het Ingenieursbureau wel te wachten op de stad? Op Marc? Ik betrok de vraag ook op mijzelf. Hebben mijn klanten mij nodig? Heb ik mijn klanten nodig? Zijn vraag zette mij op het spoor om steviger na te denken over mijn eigen positionering. Wat is mijn toegevoegde waarde, mijn diepere betekenis? Ben ik 54 en denk ik nog steeds na over wie ik ben en wat ik heb te doen in dit leven. 

Een diepere betekenis
Zoals uit mijn blogs wel tevoorschijn zal komen, verdraag ik het slecht als mensen zichzelf en daarmee ook anderen tekort doen. Ik heb een broertje dood aan gemakzucht en helemaal als mensen zwelgen in slachtofferschaap. Net als bij het woord verandering dat ik steevast typ als vernadering, typen mijn vingers ook automatisch slachtofferschaap als ik slachtofferschap bedoel. Waarschijnlijk heb ik een hekel aan die onverschilligheid omdat ik mijn eigen slachtofferschaap nog meer onder oog moet komen?
In het zelfonderzoek na de vraag van Marc kreeg ik steeds duidelijker dat mijn kracht zit in het woorden geven, noem het betekenis geven aan processen die spelen. Ik ben in staat de potentie van bedrijven of individuen te zien en die te vertalen in een beeld dat herkend wordt. Waar naar toegegroeid kan worden. 

Dat doe ik in mijn coachingsgesprekken, in het ontdekken van de corporate story, in scenarioplanningen en in teamontwikkelingstrajecten. Je zou kunnen zeggen dat ik mensen uitnodig om op zoek te gaan naar de diepere betekenis. De rode draad, het DNA, de essentie. Noem het de ziel van de zaak. Ik ben een onderzoeker. Ik zoek naar wat er onder zit. Ik neem geen genoegen met platte plaatjes en ga vrij snel naar de kern van de zaak door wat dieper door te vragen. Terwijl ik dit schrijf, bedenk ik mij dat het stellen van die vragen wellicht mijn grote kracht is. Er wordt vooral gezonden, maar daarmee wordt het niet gezonder. 

Mijn diepere betekenis is het faciliteren van de dialoog. Geen debat, geen discussie maar naar elkaar luisteren op een dieper niveau. Het niveau van de ziel. Ieder individu, iedere organisatie heeft er één maar vaak ontbreekt het aan filosofische kracht om er woorden en orde aan te geven. Het resultaat is dan ook dat onderdelen in organisaties chaotisch en gefragmenteerd bij elkaar staan. Niet in lijn zijn met elkaar. Zou ik kunnen zeggen dat ik die filosofische kracht wel heb om zin te geven aan de diepere betekenis van gemeenschappen binnen organisaties? 

Andersdenken als uitdaging
Op die vraag krijg ik van Marc het volgende antwoord: "Wellicht is denken je kracht, andersdenken je uitdaging. De echte betekenis van iemand als jij voor iets als RDM Campus moet echter verder dan dat gezocht worden. Hoe word jij, met jouw kwaliteit en kracht, een influencer? Een persoon die niet alleen signaleert en formuleert, maar die geloofd wordt, waarnaar geluisterd wordt, waarnaar uitgekeken wordt, die gevolgd wordt in dat denken en door anderen als inspirerend en motiverend gezien wordt? Influencers benaderen wellicht het niveau van onmisbaarheid."
Een diamant laat zich alleen maar slijpen door een sterkere diamant. Dank Marc! Het onderzoek wordt vervolgd.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten