woensdag 7 maart 2012

Titanic

To face the future freely, one must give up both optimism and pessimism and put all belief on human beings. Not trust in tools. (Ivan Illich)

 Een paar dagen geleden zei ik al dat volgens Plato een mens nog meer dan kennis, goede beelden nodig heeft. Gisteren was ik op een conferentie waarin ingezoomd werd op wat er gelijktijdig gebeurt met het bedenken en uitvoeren van plannen. Je wilt het een en ondertussen gebeurt het ander. Als je puur naar het woord kijkt, dan is ondertussen een woord dat niet zuiver is. Het is intussen, in de tussentijd of onderwijl. Wat er ondertussen gebeurt in een organisatie, is dus een niet zuivere vraag. Wat er gebeurt in de tussentijd, klopt veel meer. Alleen hebben wij de tussentijd opgeruimd in onze cultuur. We slopen en bouwen, ademen in en ademen uit zonder een tel rust. Wij hebben geen tussentijd meer waarin we terugkijken en vooruitblikken. Wij gunnen onszelf die tijd niet en handelen in een reflex in plaats vanuit reflexie.

 Zo ervoer ik de conferentie van gisteren ook. Aandacht voor de volle agenda maar geen agenda voor volle aandacht. De lineaire klok overstemde het innerlijk kompas. Geen tijd voor werkelijke diepgang. Dansjes aan de oppervlakte en geen moment van ongemak. Was wel lekker die vreugde maar het klopte niet met opmerkingen als “We leven in een planeet crisis met daarvan afgeleid een economische, religieuze, sociale crisis.” Of : We bevinden ons op de Titanic.” Hoe kun je vreugde ervaren als er eigenlijk gezegd wordt dat we doodsbang zijn voor het volgende moment? Hoe kun je blij zijn terwijl je eigenlijk een heel zwart beeld hebt over waar het met onze aarde naar toe gaat?

 Na afloop raakte ik in gesprek met Theo. Een gewone man die mij niet bijzonder opviel. Tot het moment waarop we in gesprek raakten over angst en gekrenkte trots. Ik vertelde hem van een bijeenkomst waar ook Herman Wijffels bij aanwezig was. Drie uur overleg en na afloop herinnerde ik mij alleen de vraag van meneer Wijffels aan een corporatiedirecteur: “Zou het zo kunnen zijn dat uw angst ook de angst van uw organisatie is?” Toen werd het stil. Heel stil werd er gevoeld en herkend. Dat gebeurde ook tussen Theo en mij. Hij las mij een mail voor die hij net had verstuurd aan Herman Wijffels waarin hij zijn onrust deelde over de hardnekkigheid van processen waarin angst sturend was. Hoe komen we uit die spiraal van angst? Ik genoot bijzonder van de eenvoud en openhartigheid van Theo. Over zijn vermogen om stil te staan en te reflecteren terwijl het schip zinkende is. Eigenlijk is genieten niet het juiste woord. Ik raakte ontroerd door de erkenning van de werkelijkheid. Hoe hopeloos die soms ook lijkt.

 Durf ik die werkelijkheid onder ogen te komen? Durf ik de angst toe te laten? Of de woede? Durf ik werkelijk te bekennen, onder ogen te komen wat er op dit moment allemaal gebeurt? Durf ik die angst, die dat oproept, de wanhoop te voelen? Ik ben bang van wel. Ik kan even niet anders. En het rare is, dat in het onder ogen komen van de Titanic deze vervolgens verdwijnt. Er is geen Titanic, er is geen angst. Zelfs de woede en het verdriet over de onverschilligheid waarmee mensen en ook ik proberen om onder die angst uit te komen, verdwijnen . In plaats daarvan ontstaat in mij de vraag waar ik verantwoordelijk voor ben. Waar wil, moet en kan ik het verschil in maken? En hoe ziet dat er dan uit? Ben ik in staat om mijn negatieve beeld over de toekomst plaats te laten maken voor een goed beeld? En weer slaat de twijfel toe als ik daarover ga nadenken. Heb ik dan ook zo’n negatief zelfbeeld? Ik ben bang van wel! Het enige dat ik kan doen, is om die onder ogen te komen en onder woorden te brengen. In de hoop dat die verstaan wordt.

 Ik ga graag in op het aanbod van Theo om een dag langs te komen op de Veluwe. Stront scheppen. Meer niet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten